Biografie opdracht

De levensloop: bouwstenen voor je toekomst

Doel

Door het opmaken van je levenslijn en je persoonlijke biografie onderzoek je de invloed van je levensloop op wie je nu bent. De oefening biedt je de gelegenheid om je verleden te herwaarderen aan de hand van de vragen: wat wil ik meenemen naar de toekomst, wat wil ik loslaten en wat heb ik geleerd van mijn levenservaring? Neem zowel je levenslijn als je biografie mee naar de eerste tweedaagse.

Aanpak

Aan de hand van een levenslijn, een geschreven biografie en reflectievragen breng je jouw levensloop in kaart. Waarschijnlijk zul je gedurende meerdere dagen tijd besteden aan deze oefening.

Hoe ga je te werk?

Levenslijn

Een tijdbalk helpt je zicht te krijgen op periodes die jouw levensloop kenmerken. Teken eerst een lijn dwars op een vel papier en schrijf aan het begin van die lijn je geboortejaar op. Aan het eind van de lijn noteer je het huidige jaar, daar ben je nu. De afmeting van het vel papier kan variëren van een A4’tje tot een groot schilderij. Verdeel de lijn dan op in verschillende periodes. Een periode is een tijdvak waarin één of meer gebeurtenissen begonnen en eindigden die onderscheidend zijn voor jouw ontwikkeling tot wie je nu bent. Dit kan een opleiding zijn, een stage, werk, een werkloosheidsperiode, maar ook een broertje of zusje krijgen, een reis, de ontmoeting met een geliefde, moeder/vaderschap, ziekte, overlijden van een naaste etc. 

Leef je in elke periode van je levensgeschiedenis in. Het gaat daarbij niet om een inventarisatie van feiten, maar om hoe jij je leven beleefd hebt. Per periode geef je boven de lijn de aspecten aan die jij positief hebt ervaren, onder de lijn de negatieve aspecten. Je kunt dit doen door middel van foto’s, collages, gedichten, kleuren, woorden, een grafiek met hoogte- en dieptepunten boven en onder de nullijn, of hoe jij het maar wilt uitdrukken. 

Biografie

Met je levenslijn als leidraad ga je nu de periodes uit jouw levensloop verder onderzoeken. Dit doe je door elke periode te beschrijven aan de hand van onderstaande vragen. 

Beschrijf per periode:

  • waardoor startte deze periode?
  • wat markeerde het einde van deze periode?
  • welke kwaliteiten heb je in deze periode ontdekt of ontwikkeld, waar was je goed in?
  • wat vond je prettig aan deze periode, wat heb je daarvan geleerd?
  • wat vond je onprettig aan deze periode, wat heb je daarvan geleerd?

Tot slot overdenk je jouw gehele levensloop nogmaals door aan de hand van de volgende reflectievragen.

Reflectievragen voor de biografie:

  • Wat valt je op aan de periodes uit je leven wanneer je afstand neemt en met de ogen van een toeschouwer kijkt? 
  • Wat zijn keerpunten in jouw leven, momenten waarop het verschillende kanten op kan gaan en waarin jij een keuze maakte?
  • Wat valt je op aan de keuzes die je hebt gemaakt in je leven?
  • Ben je bij de gemaakte keuzes steeds trouw geweest aan jezelf? Wanneer wel en wanneer niet?
  • Benoem een heel positieve ervaring en benoem de negatieve kanten daarvan.
  • Benoem ook je meest negatieve ervaring en wat daarvan de positieve kanten zijn.
  • Welke bijzondere kwaliteiten blijk je – misschien wel dankzij belemmerende factoren of moeilijke situaties – te hebben ontwikkeld?
  • Welke levensthema’s (gedrags- en denkpatronen, gebeurtenissen, interesses) kun je als rode draad ontdekken door je levensverhaal heen?
  • Wat uit jouw levensloop wil je meenemen naar de toekomst en wat wil je achterlaten?

Aandachtspunten

Bij het maken van de tijdbalk en biografie kun je aan de volgende terreinen denken:

  • je privé-leven: gezin van herkomst, huidige leefsituatie
  • je leerleven: school, opleidingen, cursussen
  • je werkleven: wat je in je leven aan betaald of onbetaald werk hebt gedaan

Binnen deze drie gebieden kun je aandacht besteden aan:

  • mensen die invloed op je hebben gehad
  • belangrijke gebeurtenissen, crises
  • plaatsen waar je hebt gewoond
  • initiatieven die je hebt genomen
  • uitdagingen waarvoor je werd gesteld
  • belangrijke beslissingen